De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen, straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het verkeer;
b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen en nutsvoorzieningen;
c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 2 m;
a. de bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;
b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt niet meer dan 5 m.