direct naar inhoud van 6.1 Ecologie
Plan: Zorgcentrum Ewoud
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0353.201008IjstzoEwoud-Va01

6.1 Ecologie

Krachtens de Flora- en Faunawet dient bij bebouwing van een terrein te worden nagegaan of er geen beschermde dier- en/of plantensoorten in het geding zijn. Indien dat wel het geval is, dient inzicht te worden verschaft in de dan soms nodige mitigerende maatregelen en/of aan te vragen ontheffingen. De natuur in Nederland wordt verder beschermd door bescherming van gebieden via de Natuurbeschermingswet en het Streekplan. De Grontmij heeft een quickscan uitgevoerd naar de eventuele belemmeringen en consequenties vanuit de natuurwetgeving ten aanzien van de realisatie van de beoogde ingrepen op het terrein van Ewoud. Het rapport heet 'Quick scan natuurwetgeving verbouwing Ewoud Gasthuis' (22 november 2007). Geconcludeerd wordt dat de verbouwingsplannen voor het Ewoud Gasthuis geen negatieve invloed hebben op:

  • een 'Natura 2000' gebied;
  • een Beschermd Natuurmonument;
  • de Ecologische Hoofdstructuur;
  • weidevogel- of ganzenfoerageergebied.

Door de verbouwing van het Ewoud Gasthuis hoeven geen verbodsbepalingen uit de Natuurbeschermingswet te worden overtreden en vindt geen strijdigheid plaats met het natuurbeleid uit het Streekplan, waardoor verdere toetsing aan de wet- of regelgeving of het aanvragen van een vergunning niet aan de orde is. Op het terrein van het Ewoud Gasthuis zijn binnen het plangebied geen strikt beschermde soorten planten of dieren aangetroffen of te verwachten. Er bevinden zich geen vaste rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen, spechten, uilen of zwaluwen in de gebouwen en de bomen daar omheen. Wel wordt het plangebied door enkele vleermuissoorten gebruikt als foerageergebied. De verbouwing van het gasthuis heeft echter geen negatief effect op de vleermuizen of hun foerageergebied. In het groen rondom de gebouwen komen mogelijk algemeen beschermde soorten als egel, mol, bosmuis, huisspitsmuis, bruine kikker en gewone pad voor. Voor deze soorten geldt echter een algemene vrijstelling van de verbodsbepalingen.

Het is niet uit te sluiten dat in de bomen en heesters rondom de gebouwen algemeen voorkomende zangvogels broeden. Alle vogels zijn op grond van de Flora- en faunawet beschermd wanneer ze broeden. Het is dan ook aan te bevelen om de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of aan te vangen. Indien dit niet mogelijk is, dient aanvullend te worden vastgesteld of er binnen de invloedsfeer van de verbouwingswerkzaamheden daadwerkelijk vogels aan het broeden zijn.

Indien buiten het broedseizoen wordt verbouwd hoeven geen verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet te worden overtreden, waardoor verdere toetsing aan de wet of het aanvragen van een ontheffing niet aan de orde is.