Plan: | Achtersloot 180 IJsselstein |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0353.201110Asloot180-On01 |
Afvoerend verhard oppervlak en riolering
Binnen het plangebied vindt geen toename van het afvoerend verhard oppervlak plaats. De bestaande vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing wordt geheel gesloopt (ca. 1200 m²) en de nieuw te realiseren oppervlakte (ruimte voor ruimte woning met bijgebouw) bedraagt ca. 150 m².
Kenmerken van het watersysteem
De kenmerken van de watersystemen, zoals die voorkomen in het plangebied (en omgeving), kunnen het beste beschreven worden door een onderverdeling te maken in de soorten van water die in het gebied aanwezig zijn. De belangrijkste zijn: grondwater, oppervlaktewater, ecosysteem, hemel- en afvalwater.
Grondwater
Voor de omgeving van het plangebied gelden de volgende grondwaterstanden:
GHG 20- 50 cm -mv
GLG 100-200 cm -mv
De bodem bestaat ter plaatse uit lichte klei met homogeen profiel.
Het huidig maaiveld ter plaatse van het plangebied ligt op circa 0,45 m +NAP, uitgaande van het Algemeen Hoogtebestand Nederland.
Ecosystemen en oppervlaktewater
Het plangebied ligt in een nat ecosysteem; aan alle kanten rondom het projectgebied zijn sloten te vinden. Op een afstand van bijna 500 meter bevindt zich het stroomgebied van de Hollandsche IJssel. Zowel het begin als het eindgedeelte van de Hollandsche IJssel zijn verstedelijkt, het middendeel biedt een karakteristiek Groene-Hartlandschap. De rivier ontspringt bij de Doorslag midden in Nieuwegein. Hier splitst de Kromme IJssel zich af naar het zuidoosten, terwijl de Hollandse IJssel westelijk richting IJsselstein (oude kern op de linkeroever) stroomt. De Hollandse IJssel stroomt verder in noordwestelijke richting naar IJsselstein en Montfoort. Via Willeskop stroomt de rivier verder naar Oudewater. Hier bevindt zich de monding van de Lange Linschoten. Vervolgens vormt de rivier enige tijd de provinciegrens tot het historische Goejanverwellesluis bij Hekendorp.
Bij Haastrecht bevindt zich de monding van de Vlist, een veenriviertje dat de Lopikerwaard van de Krimpenerwaard scheidt. Van beide waarden vormt de Hollandse IJssel de noordelijke afwatering.
HemeI- en afval water
Binnen het plangebied vindt als gevolg van het project geen toename van het verhard afvoerend oppervlak plaats.
Echter, de hemelwaterafvoer van de nieuw te realiseren woning met bijgebouw dient geheel afgekoppeld te worden van het rioleringsstelsel.
Bij de bepaling van de capaciteit/kwantiteit van de infiltratievoorziening wordt uitgegaan van een neerslaggebeurtenis T=10. Aangenomen wordt dat bij een dergelijke bui 32,6 mm neerslag valt in 1 uur en 42,9 (afgerond 43) mm in 4 uur. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,043 m.
Verder voorziet het project in een voorziening bij een extreme neerslaggebeurtenis. Hierbij is een neerslaggebeurtenis van T= 100 maatgevend, waarbij uitgegaan wordt van een bui van 84 mm met een duur van 2 dagen, waarbij er niets kan infiltreren. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,084 m.
Kwantiteitsberekening en infiltratietijd
Neerslag T=10 : 43 mm neerslag/m2 Neerslag T=100 : 84 mm neerslag/m2
Te infiltreren : 150 m2 x 0,043 m = 6,4 m3 Te infiltreren : 150 m2 x 0,084 m = 12,6 m3
Op eigen perceel wordt, aan de achterzijde van de nieuw te realiseren woning, een infiltratievijver cq. verlaging in het perceel aangelegd met een noodoverloop naar de nabijgelegen sloot. Deze voorziening zal gemiddeld 0,5 m diep zijn en een oppervlakte hebben van circa 24 m². Deze voorziening zal tevens onderdeel uitmaken van de landschappelijke inpassing (met knotwilgen en andere gebiedseigen beplanting).
Uit overleg met het hoogheemraadschap is gebleken dat afvoer van hemelwater naar de nabijgelegen sloot zeer acceptabel is, gelet op het feit dat er per saldo een zeer substantiële oppervlakte aan verharding wordt verwijderd en het te realiseren dakoppervlak een relatief gezien zeer beperkte hoeveelheid te infiltreren cq af te voeren hemelwater tot gevolg heeft.
Afvoer van huishoudelijk afvalwater dient plaats te vinden via het aanwezige rioleringssysteem.
Bouwmaterialen
De gemeente IJsselstein streeft naar het terugdringen van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen. Dit aspect is als voorwaarde opgenomen in de exploitatieovereenkomst. Van de initiatiefnemer wordt daarom gevraagd geen gebruik te maken van uitlogende bouwmaterialen.
Concluderend kan gesteld worden dat door onderhavig project geen knelpunten ontstaan tussen grondgebruik en de waterhuishouding.